Elk jaar vlak voor de jaarwisseling komt de term “indexering” vaak in het nieuws. Is de index positief of negatief? Wat verandert er concreet? Voor wie verandert er iets? Dat het iets met loon te maken heeft, weet iedereen inmiddels – zeker zij die al eens zijn geconfronteerd met een index die loonsverlagend uitdraaide. Maar van waar komt indexering precies?
België is samen met Luxemburg ongeveer het enige land ter wereld dat dit systeem toepast. In feite wordt er nagegaan of je met je huidige loon nog steeds hetzelfde zou kunnen kopen nu als pakweg een jaar geleden. Zo wordt dus de koopkracht beschermt: als inflatie optreedt, zullen de lonen stijgen, waardoor je als consument weinig voelt van de duurder wordende samenleving.
Indexering klinkt dan misschien wel als opslag, want je hoort rond je waarschijnlijk wel eens juichen bij die extra 1,5 of 2 procent. Maar niets is minder waar: die procent zal je nodig hebben om exact hetzelfde aan te kunnen kopen dus. Laat je in januari dus niet vertellen dat je al “opslag” hebt gekregen tijdens een evaluatiegesprek – dit is een wettelijk vastgesteld iets en heeft niets met erkenning van je prestaties of persoonlijke geste te maken!
Hoewel er niet zo lang geleden in 2006 een indexhervorming plaats vond, is men het er in de politiek nog steeds niet over eens wat er nu dient te gebeuren. Afschaffen zou zorgen dat iedereen “armer” wordt, doordat de prijzen (de gezondheidsindex) stijgen, maar onze lonen onaangeroerd blijven. Zo daalt de koopkracht en dat is voor de economie niet goed…
Ze zijn er nog niet uit… en dat zal nog wel even zo blijven.