Een persoonlijke lening kan je aangaan voor alles wat niet onder “wonen” valt. Voor woongerelateerde aankopen is er de hypothecaire lening: daarvoor gelden andere regels. Het grootste verschil tussen de hypothecaire lening en de persoonlijke lening, is dat voor de hypothecaire lening de kredietverstrekker altijd iets in onderpand heeft. Blijkt dat op zekere dag de kredietnemer niet meer kan betalen, heeft de kredietverstrekker altijd de eigendom in onderpand.
Dat de hypothecaire lening de kredietverstrekker meer zekerheid biedt, heeft ook onmiddellijk gevolgen voor de voorwaarden die de beide leningen kunnen bieden. Zo is de persoonlijke lening een pak duurder: de rentevoet ligt voor persoonlijke leningen praktisch altijd hoger dan voor hypothecaire leningen. De totale meerprijs is dus in verhouding ook groter voor een persoonlijke lening: geld lenen kost geld, maar bij een persoonlijke lening is dat dus best wat.
Een persoonlijke lening kan je nemen voor eender welk bedrag (dat binnen jouw financiële toestand past uiteraard), en voor eender welk doel. Zo kan je er verhuiskosten mee betalen, of een nieuwe televisie, of misschien wil je wel een verre reis maken en lijkt gespreid betalen daarvoor de juiste oplossing. De looptijd van de lening bepaalt mee de kost.
Een persoonlijke lening kan een uitkomst bieden in verschillende situaties. Zo is een persoonlijke lening soms nog goedkoper dan belegd geld uit een fonds halen of een spaarboekje plunderen, omdat hier vaak ook kosten aan verbonden zijn en deze misschien hoger liggen. Ook liggen de rentes van persoonlijke leningen dikwijls lager dan die van winkelkredieten.
Goed vergelijken en kijken of je iets echt wel nodig hebt is dus de boodschap!
Let toch maar op met zo’n lening, hoor! In vele gevallen betaal je toch veel geld voor een kleine dienst. Ik stel voor dat je eerst je persoonlijke netwerk aanspreekt, alvorens naar een kredietverlener te stappen!